Orgel N.H. Kerk Bedum

Geschiedenis

Interieur, Orgel vervaardigd door Vegter en in 1975 gerestaureerd De kerk van de hervormde gemeente te Bedum had een Lohman-orgel. Deze stamde uit 1805 en werd in 1927 vervangen door nieuwbouw. Het is het eerste en enige orgel dat gebouwd is door Hendrik Vegter. Vegter is geboren op 23 februari 1892 te Noordwolde, woonde te Usquert en is aldaar op 9 december 1967 overleden. Vegter kwam uit een boerengezin en hij was de oudste van zes kinderen. Het boerenbedrijf trok hem in het geheel niet en op 15 jarige leeftijd zag hij kans, via familie, in het timmervak te komen. Dat was altijd al een wens van hem geweest. Vegter is op een gegeven moment in dienst gekomen bij M. Eertman, orgelbouwer in Noordwolde. In 1919 ging Vegter in de leer bij A.S.J. Dekker, "Eerste Nederlandsche Kerkorgelfabriek" te Goes. Na terugkomst in Groningen heeft hij het orgel in Bedum gebouwd. Op het orgel hebben in het verleden drie beelden gestaan maar die zijn verdwenen. De huidige vaste organist van de gemeente, en dus van het orgel, is de heer E. van Olm uit Groningen.

Dispositie

De dispositie van dit orgel luidde:

Bijzonderheden

Het orgel heeft de volgende bijzonderheden: Twee koppels, Bovenwerk-Hoofdwerk en Hoofdwerk-Pedaal. Tremulant. Manuaalomvang C-g", pedaalomvang C-d'. Mechanische sleepladen. Het metalen pijpwerk is van orgelmetaal. Alleen de grootste pijpen zijn van zink. De drie strijkers en de Trompet zijn geheel van zink. Het houtenpijpwerk is van vurenhout. Al het pijpwerk is fabrieksmateriaal.

Restauratie

Het orgel werd in 1975 door de firma Pels & Van Leeuwen gerestaureerd en gewijzigd onder advies van de heer J. Weessies, een organist te Bedum. De werkzaamheden betroffen ondermeer het volgende: Van de Bourbon 16' die vlak achter het front stond, werd de bas (C-d') een nieuwe mechanische pedaallade geplaatst, samen met een gebruikte bazuin 16', afkomstig van het Verschuerenorgel van de R.K. Kerk te Laren. De zwelkast verviel, de jaloezieën waren namelijk dermate door de houtworm aangetast, dat het niet meer uitmaakte of met open of gesloten zwelkast werd gespeeld. Op het eerste klavier werd de Viola di Gamba, waarvan de kernen los zaten, vervangen door een Quint 3' en een Octaaf 2'. Nieuwe klaviatuur werd aangebracht evenals een koppel Bovenwerk-Pedaal. De drie koppels zijn als treden uitgevoerd. Het is nu een zeer solide instrument!

Na de restauratie was er nog ruimte op het tweede manuaal om het orgel met één stem uit te breiden. Om financiële redenen is dat toen niet gebeurd. Pas veel later, begin jaren '90 was er de mogelijkheid om een gebruikte Engelse Hoorn 8' aan te kopen van een particulier uit Venendaal. Na overleg en besluit van de kerkvoogdij samen met de vaste organist werd het register aangeschaft en bekostigd. Hierna kreeg de firma "Pels & Van Leeuwen" opdracht tot het opknappen en plaatsen van het pijpwerk. Een en ander kwam tot stand in het najaar van 1993. Met het afronden van deze completering zijn zowel de beide manualen als het pedaal voorzien van een tongwerk.